Draagt u al lang een kunstgebit? Misschien gaat uw gebitsprothese dan wel steeds losser zitten. Dat komt doordat de kaak slinkt. Een loszittende gebitsprothese kan pijn veroorzaken. Soms is het een goede oplossing om implantaten te nemen.
Een implantaat is een kunstwortel. Die wordt in de kaak geplaatst op de plek waar vroeger uw tanden en kiezen stonden. Uw kunstgebit wordt op de implantaten bevestigd. Het grote voordeel: de implantaten bieden houvast aan uw gebitsprothese. Die zit voortaan weer goed vast.
De tandprotheticus werkt hierbij samen met een kaakchirurg of een tandarts-implantoloog. Hij verzorgt het uitneembare deel, ofwel het kunstgebit. De kaakchirurg of de tandarts-implantoloog pláátst de implantaten.
Nadat de implantaten zijn ingebracht, heeft uw bot zes tot tien weken nodig om vast te groeien rond het implantaat. Daarna maakt u ongeveer zes afspraken met de tandprotheticus. Die zijn onder meer bedoeld om zorgvuldig het kunstgebit aan te meten op de implantaten.
U kunt weer onbezorgd lachen, eten en praten.